Moreau-orgel
Het meest in het oog springt het monumentale hoofdorgel dat in 1732 in gebruik werd genomen. Orgelbouwer Jacob François Moreau mocht dit nieuwe orgel bouwen, ter vervanging van het vroegere Niehoff-orgel. Voor het destijds uitzonderlijk hoge bedrag van 47.652 guldens, 19 stuivers en 8 penningen bouwde Moreau een orgel met 52 registers, verdeeld over 3 klavieren en pedaal.
De orgelkas
Opvallend is het in zuidelijke stijl gebouwde orgelfront, waarbij de indeling van hoofdwerk, bovenwerk en pedaal in de architectuur van de hoofdkas niet zichtbaar is. Er bevinden zich dan ook geen kleine pijpvelden in het front, alleen de grote 16 voets pijpen van de hoofdwerkprestant. Opvallend zijn ook de overhoekse zijtorens waarachter zich het pedaal pijpwerk bevindt. Het basis ontwerp is van de Haagse architect Henrik Carré jr. Eerder had hij een schets gemaakt waarin wel kleine pijpvelden aanwezig waren, maar dat ontwerp gebruikte Moreau niet.De onderkas (het rugwerk) is een afspiegeling van de hoofdkas. Het beeldhouwwerk, het snijwerk en het stucwerk onder het rugpositief werden vervaardigd door de Goudse beeldsnijder Dirk van der Wacht.